Twintig jaar

Ik herinner me het als de dag van gisteren. Op een vrijdagochtend was ik, een puber van veertien, onderweg naar school. Ik stond bij de bushalte te wachten en keek de straat in om te zien of de bus er al aan kwam. In plaats daarvan zag ik mijn stiefvader naar me toe komen rennen. Een vreemde gewaarwording die ik niet kon plaatsen. Toen hij me bereikt had zei hij dat ik snel mee naar huis moest komen. Ik sputterde tegen en grapte ‘Jij en mama vinden altijd dat ik teveel spijbel en nu gá ik een keertje naar school, is het weer niet goed..’
Hij keek me indringend aan, zuchtte diep en zei ‘Sorry meisje, je vader is dood.’


Daar op dat moment bij die bushalte ontstond de belangrijkste breuklijn in mijn persoonlijke leven tot dusver. De dood van mijn vader kwam voor mij onverwacht en was een ontwrichtende gebeurtenis die mijn leven onherroepelijk in een ‘voor’ en ‘na’ heeft verscheurd. Met de kennis van nu zou ik het een verliestrauma noemen, maar destijds kon ik de impact van dat kleine zinnetje – Sorry meisje, je vader is dood – niet bevatten. Het overviel me. Ik had nog geen idee van de immens grote invloed die dit zou hebben op mijn verdere leven.


Zodra de boodschap over het overlijden van mijn vader hardop was uitgesproken, was het alsof er ergens diep binnen mij iets doofde en mijn gevoel ‘uitgeschakeld’ werd. Ik pakte mijn tas en liep rustig met mijn stiefvader mee naar huis. Ik herinner me mijn eigen verbazing over deze ogenschijnlijk gevoelloze reactie op de dood van mijn vader. Wanneer in films iemand overlijd, zie je dierbaren in shock door hun knieën zakken, in onbedaarlijk huilen uitbarsten of zich wanhopig tot God richten met wanhopig opgeheven handen of gebalde vuisten. Dat leek in niets op wat ik op dat moment ervaarde. In plaats daarvan ging de poort naar mijn hart op slot, voelde het alsof ik de luiken dicht deed en het licht uit.

Kinderen die op jonge leeftijd een groot verlies meemaken worden hierdoor getekend voor het leven. Het verlies van een ouder of ander dierbaar gezinslid terwijl je nog aan het opgroeien bent, heeft veel effect op de ontwikkeling van je identiteit. Het verlies van mijn vader heeft vooral verregaande gevolgen gehad op mijn psychosociale ontwikkeling. Het heeft, tot op de dag van vandaag, veel invloed op mij en hoe ik verschillende situaties ervaar. Op mijn perceptie van mijzelf en anderen en de wijze waarop ik omga met emoties, tegenslag en verdriet. Het beïnvloed mijn gevoel van veiligheid en soms vooral het gebrek daar aan. Het is merkbaar in de relaties en vriendschappen die ik aanga, de manier waarop ik deze beleef en hoe ik met anderen communiceer. Het kleurt mijn moederschap en de opvoeding van mijn zoon. Het heeft invloed op mijn fysieke, emotionele en mentale gezondheid en speelt een rol in de manier waarop ik voor mezelf zorg. En het is bepalend geweest voor grote beslissingen die ik op privé en op werk gebied genomen heb. Zonder het overlijden van mijn vader zou ik niet zijn wie ik nu ben en zou ik naar alle waarschijnlijkheid ook niet gekozen hebben voor het beroep van rouwbegeleider.

De impact van zijn dood, vandaag twintig jaar geleden, is zo omvangrijk dat het zich moeilijk laat beschrijven. Mijn relatie met mijn vader, lastige gebeurtenissen voorafgaand aan zijn overlijden, mijn beleving van zijn uitvaart en de periode daarna, het verdriet om zijn overlijden, wie hij was, wie hij niet was, de rol die hij gespeeld heeft in mijn leven en de rol die hij had kúnnen spelen in mijn leven. Het heeft me gevormd. Zijn sterven heeft een rimpeleffect gehad in mijn leven en ik draag hem voor altijd dicht bij me. Al was het alleen maar omdat ik in veel opzichten op hem lijk en vanwege het missen dat nooit stopt.

Met mijn vader stierf een deel van mij. Mijn hart raakte voorgoed beschadigd en ik was het kinderlijke geloof in een goede afloop in een klap kwijt. Op veertienjarige leeftijd zou je de intense pijn van rouw nog niet zou moeten kennen. In plaats daarvan ervaarde ik voor de tweede keer in mijn jonge leven (een jaar eerder overleed een vriend van zestien door een verkeersongeval) de keiharde realiteit dat verschrikkelijke en oneerlijke dingen nou eenmaal gebeuren en niet terug te draaien vallen. Het onomkeerbare van de dood en de gedachte dat ik mijn vader nooit meer zou kunnen zien, spreken en omhelzen maakte dat ik me verloren en wanhopig voelde. Het verdriet was te groot om mee om te gaan en maakte dat ik er onbewust voor koos mezelf hier tegen te beschermen door mijn gevoel diep weg te stoppen en te negeren. Dit fenomeen, uitgestelde rouw, overkomt veel jongeren die een verlies meemaken. In plaats van de rouw aan te gaan, wordt dit vermeden en gaan ze aanvankelijk door alsof er niks gebeurd is. In mijn geval duurde het jaren voordat ik weer in verbinding kwam met mijn emoties. Het proces van heling kwam op gang zodra ik de pijn van de rouw niet langer uit de weg ging en begon te voelen.

Ik was inmiddels al volwassen en het koste behoorlijk wat tijd en moed voordat ik de poort naar mijn hart weer op een kiertje durfde te zetten. Ik deed een poging om het gevoel gedoseerd toe te laten zodat ik niet overspoeld zou worden door de heftigheid ervan. Tevergeefs, want die overspoeling dat is typisch rouw. De pijn was én is rauw. Ook met alle kennis en ervaring die ik inmiddels heb, word ik soms alsnog overvallen door intense steken van verdriet en momenten van diep verlangen naar wie en wat er niet (meer) is. Dit is normaal en hoort bij verlies. Het is verdriet wat nu ruimte krijgt die het twintig jaar geleden niet kon en mocht innemen. Zoals vandaag, op de sterfdag van mijn vader. Ik herdenk hem en sta bewust stil bij het gemis dat ik voel.

Twintig jaar. Wat een bizar en pijnlijk gegeven dat jij al zó lang ontbreekt in mijn leven papa.
Ik verlies en hervind je steeds opnieuw. In alle liefde.

Liefs Linds